bron: Carl Koppeschaar
Koffiepauze. Dr. Roland Hübner, een Duitse natuurkundige, staart gedachtenloos naar zijn kopje en probeert zijn koffie af te koelen. In plaats van te roeren, speelt hij met zijn lepeltje ‘waterval’. Zoals iedere natuurkundige weet, is het telkens oplepelen en weer laten terugvallen óók een methode om hete vloeistof af te koelen.
Plotseling lijkt hij als door de bliksem getroffen. De neergevallen druppeltjes blijven op de koffie drijven. Ze rollen zelfs als kogeltjes over het oppervlak rond! Waarom
worden ze niet onmiddellijk door de rest van de koffie opgenomen? Een slecht afgewassen kopje misschien, waardoor nog wat vuil drijft op het vloeistofoppervlak? Of is er sprake van een isolerend damplaagje? In dat geval zouden zich dansende druppels kunnen voordoen, net als bij water dat terechtkomt op een gloeiende ovenplaat. Een andere mogelijkheid is dat het te maken heeft met de zogenaamde oppervlaktespanning. Die zorgt ervoor dat elk vloeistofoppervlak zich als een strak gespannen vlies gedraagt. Maar koffie blijft koffie. Er kan dus geen verschil bestaan tussen het opgelepelde gedeelte en de rest van de vloeistof in het kopje.
Een van de over het water rollende druppels van dr. Roland Hübner. Direct daaronder is ook de tweede vorm te zien: een inslagkuiltje van een vanaf grotere hoogte gevallen druppel, waarin de druppel onder water raakt opgesloten.